Wat is bijtelling, hoe werkt bijtelling, hoe hoog is de bijtelling …. Er zijn veel vragen omtrent bijtelling bij een auto van de zaak die wij onderstaand voor u hebben opgesomd samen met de antwoorden op deze vragen. En om het gemakkelijk te maken hebben we ook een inhoudsopgave toegevoegd zodat u gelijk op de vraag kunt klikken die voor u het meest interessant is.
Inhoudsopgave
- Wat is bijtelling?
- Bijtelling auto berekenen
- Bijtellingscategorieën
- Kan ik bijtelling voorkomen?
- Hoe verloopt de inhouding van de belasting over bijtelling?
- Ondanks ziekte toch bijtelling auto
- Bijtellingskeuze mogelijk bij nieuwe werkgever
- Hoe hoog wordt de bijtelling als ik niet het hele jaar een auto van de zaak rijd?
- Hoe werkt de bijtelling als een ondernemer een auto van de zaak heeft?
- Ik gebruik mijn auto ook voor andere werkzaamheden. Wat betekent dit voor mijn bijtelling?
- Krijg ik bijtelling voor gebruik van een deelauto?
- Moet een autoverkoper voor de bijtelling exact bijhouden in welke auto’s hij heeft gereden?
- Pilot variabele bijtelling
1. Wat is bijtelling?
Bijtelling is van toepassing op leaserijders die per jaar meer dan 500 kilometer privé rijden. Het zijn de fiscale kosten van het privégebruik van een auto van de zaak. De bijtelling is een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Om de netto bijtelling te berekenen vermenigvuldigt u dit bedrag met het tarief inkomstenbelasting dat voor u van toepassing is.
2. Bijtelling auto berekenen
We geven een voorbeeld van hoe u de bijtelling gemakkelijk kunt berekenen. Stel de auto van de zaak heeft een cataloguswaarde van € 25.000, een bijtelling van 22% en u heeft een eigen bijdrage van € 1200 per jaar. De bijtelling bedraagt dan 22% van € 25.000 minus € 1200 = € 4.300,- per jaar.
Voor de netto bijtelling wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het tarief inkomstenbelasting dat van toepassing is. Als het tarief inkomstenbelasting bijvoorbeeld 42% is dan is bij bovengenoemd voorbeeld de netto bijtelling 42% van € 4.300,- dus € 1806,- bijtelling per jaar.
3. Bijtellingscategorieën
Benieuwd in welke bijtellingscategorie uw auto valt? Lees alles over de bijtelling in 2022 en lees alles over de Bijtelling voor de elektrische auto 2021 t/m 2026
Meer over de bijtelling in eerdere jaren? Bekijk onze archieven.
Bijtelling van 2020, Bijtelling van 2019 of Bijtelling van 2018
4. Kan ik bijtelling voorkomen?
Bijtelling voor het privégebruik van een auto van de zaak (personen- of bestelauto) kan worden voorkomen door het aanleveren van een kilometerregistratie als tegenbewijs dat u op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé rijdt met de auto. Dit kan worden aangetoond door middel van een sluitende kilometerregistratie, wat met een GPS kilometerregistratiesysteem van TrackJack zeer gemakkelijk gaat.
5. Hoe verloopt de inhouding van de belasting over bijtelling?
De ondernemer met bijvoorbeeld een eenmanszaak of vennootschap onder firma die in een auto van de zaak rijdt, geeft de bijtelling op via zijn jaarrekening en aangifte inkomstenbelasting. Voor werknemers met een auto van de zaak loopt de belastingheffing anders: de werkgever moet loonbelasting inhouden en afdragen over de bijtelling voor privégebruik van de ter beschikking gestelde auto. Als de werknemer voor het privégebruik een eigen bijdrage betaalt aan de werkgever, zal de werkgever daar rekening mee houden. De eigen bijdrage komt dan in mindering op de bijtelling voordat de loonbelasting wordt berekend.
Verantwoordelijkheid werkgever
De werkgever is verantwoordelijk voor een juiste afdracht aan de loonbelasting. In situaties waarin een werknemer een sluitende kilometeradministratie bijhoudt om aan te tonen dat hij of zij minder dan 500 km per jaar privé rijdt, is de werkgever in principe ook verantwoordelijk voor de juistheid van de kilometerregistratie. De werkgever zou de kilometeradministratie dan ook moeten controleren. Eventuele naheffing van loonbelasting als later blijkt dat de kilometeradministratie niet juist is, komt immers ook bij de werkgever. Dit risico kan de werkgever echter uitsluiten. Als hij beschikt over een “verklaring van geen privégebruik auto” van de betreffende werknemer, zal de fiscus bij een onjuiste of onvolledige kilometerregistratie de bijtelling naheffen bij de werknemer in plaatst van de werkgever, tenzij de werkgever wist dat deze verklaring onterecht is afgegeven.
Of luister mee met onze experts!
TrackJack is het gesprek aangegaan met Jan van Delft, voorzitter van de Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) om te praten over bijtelling. Wat is het, hoe staat het ervoor en wat is de toekomst? Luistert u mee?
6. Ondanks ziekte toch bijtelling auto
Stel dat een werknemer vanwege ziekte de zakelijke auto niet meer kan/wil rijden, geldt de bijtelling dan nog? En is door die ziekte voldoende bewijs geleverd van een privégebruik van niet meer dan 500 km?
Over die vragen ging het in een procedure bij de belastingrechter in 2017. De betreffende werknemer had door een herseninfarct lichamelijke klachten, zoals duizeligheid. Meneer wilde geen risico nemen en besloot niet meer in de auto de rijden. Een rittenregistratie had hij in geen van de volgende jaren bijgehouden, zodat de belastingdienst een naheffing oplegde voor de bijtelling over vier jaren.
De rechter oordeelde dat het bij deze medische situatie voor de hand had gelegen dat het CBR een onderzoek had gedaan, wat niet was gebeurd. Maar ziekte sluit niet uit dat andere personen privéritten hebben gereden in de auto. Bijvoorbeeld familieleden. Dat er ook twee privéauto’s waren, levert ook onvoldoende bewijs op dat de zakelijke auto niet voor privéritten is gebruikt. Daarnaast vond de rechter het opmerkelijk dat de berijder nadat hij het herseninfarct had gehad, nog wel een nieuwe, aanmerkelijk duurdere auto van de zaak ter beschikking heeft gekregen.
In deze situatie achtte de rechter niet overtuigend aangetoond dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privédoeleinden is gebruikt. Het advies in dergelijke situaties is dan ook om een sluitende rittenregistratie bij te houden, als de auto tijdens ziekte ter beschikking gesteld blijft.
7. Bijtellingskeuze mogelijk bij nieuwe werkgever
De vakantieperiode is voorbij en de meeste mensen zijn weer teruggekeerd van vakantie. Als u gewisseld bent van werkgever, kunt u voor de bijtelling ook een nieuwe keuze maken: van bijtellen naar rittenregistratie, of andersom.
De bijtelling die werknemers betalen voor privégebruik van een auto van de zaak loopt via de loonadministratie van de werkgever. Daarom is het mogelijk om bij de overstap naar een andere werkgever ook te wisselen van bijtellingskeuze. De oude werkgever is namelijk alleen verantwoordelijk voor de loonheffingen over de periode waarin de werknemer in dienst was. Is dit niet een volledig jaar, dan moet er gekeken worden naar een tijdsevenredig deel van het maximale aantal privékilometers van 500 per jaar.
Bent u per 1 september overgestapt naar een nieuwe werkgever, mag er dus maximaal 8/12e deel van 500 km gereden zijn van 1 januari tot 1 september. In dit geval hoeft er bij maximaal 333 km dus geen bijtelling betaald te worden. Stel dat u vanaf 1 september bij de nieuwe werkgever tot het einde van het jaar 1.000 km privé rijdt, wordt er pas vanaf 1 september bijtelling betaald. Dit is omdat er bij de nieuwe werkgever een nieuwe periode begint en de werknemer er zelf voor kan kiezen om alsnog privé met bijtelling te gaan rijden als hij bij de vorige werkgever over een rittenregistratie beschikte, of andersom.
8. Hoe hoog wordt de bijtelling als ik niet het hele jaar een auto van de zaak rijd?
De hoogte van de bijtelling is (naast de CO₂-uitstoot) afhankelijk van het aantal gereden privékilometers, namelijk van de vraag of er meer dan 500 kilometers per jaar zijn gereden of dat dit niet het geval is. Voor toepassing van de bijtelling moeten de gereden privékilometers eerst worden herrekend naar een jaarkilometrage, als de auto van de zaak niet het hele jaar ter beschikking staat. Als niet aangetoond kan worden dat het privégebruik op jaarbasis niet meer bedraagt dan 500 km, is bijtelling verschuldigd. Die bijtelling wordt vervolgens uitsluitend toegepast over de maanden waarin de auto van de zaak ter beschikking staat.
Fiscale consequenties
Dit betekent dus dat het niet mogelijk is om zonder fiscale consequenties in de loop van het jaar over te stappen van “geen bijtelling’’ (op grond van bijvoorbeeld een sluitende rittenregistratie) naar “wel bijtelling” en andersom, als het aantal privékilometers meer is dan 500 op jaarbasis. In dat geval moet namelijk over het héle jaar bijtelling berekend worden.
Beëindiging van de bijtelling in de loop van een jaar is uitsluitend mogelijk bij wisseling van werkgever of als er na een bepaalde datum geen auto meer ter beschikking staat. De auto moet dan op de zaak achterblijven en autoregeling moet bij voorkeur schriftelijk beëindigd worden.
9. Hoe werkt de bijtelling als een ondernemer een auto van de zaak heeft?
Niet alleen een werknemer, maar ook een zelfstandig ondernemer kan te maken krijgen met een bijtelling voor de auto van de zaak. In tegenstelling tot de werknemer verloopt de bijtelling van de ondernemer niet via de loonbelasting, maar wordt dit gecorrigeerd op zijn met inkomstenbelasting belaste winst.
Bij een zelfstandig ondernemer kunt u denken aan een ondernemer met een eenmanszaak, een maat/firmant van een maatschap of van een vennootschap onder firma. De ondernemer krijgt alleen een bijtelling als de auto behoort tot het ondernemingsvermogen en als daarbij geen sprake is van het tegenbewijs dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer per jaar privé wordt gebruikt.
Afwijken van het bijtellingspercentage
In eerste instantie worden alle autokosten afgetrokken van de winst. Vervolgens wordt de winst verhoogd met de bijtelling. Voor de hoogte van de bijtelling zijn dezelfde regels van toepassing als voor de werknemer. Onder bepaalde omstandigheden wordt echter afgeweken van het bijtellingspercentage. Dit doet zich voor als de autokosten van de ondernemer lager zijn dan de bijtelling: Een ondernemer krijgt ook dan een bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak, maar deze bijtelling bedraagt maximaal het bedrag aan autokosten.
10. Ik gebruik mijn auto ook voor andere werkzaamheden. Wat betekent dat voor mijn bijtelling?
Uitgangspunt is dat de voor de ander activiteiten gereden kilometers zijn aan te merken als privé-kilometers. Wel kan in sommige gevallen een onbelaste vergoeding worden gegeven of een evenredig deel van de bijtelling worden afgetrokken.
Onbelaste vergoeding
Heeft een werknemer een auto van de zaak en gebruikt hij deze auto daarnaast voor een andere dienstbetrekking, dan kan die andere werkgever in principe voor de zakelijke kilometers een onbelaste vergoeding geven. Zo’n kilometervergoeding is onbelast tot maximaal € 0,19 per kilometer. Onder de zakelijke kilometers vallen niet alleen de zakelijke ritten naar bijvoorbeeld klanten, maar ook het woon-werkverkeer.
Heeft een werknemer een auto van de zaak en gebruikt hij deze auto ook voor zijn onderneming of voor neveninkomsten worden gebracht. Voor het vaststellen van het evenredig deel wordt uitgegaan van de volgende formule: zakelijke kilometers ten behoeve van de onderneming / totaal aan privé-kilometers x bijtelling.
Lees ook het artikel: Kilometervergoeding
Gebruik van auto voor nut beogende instelling
Gebruikt de werknemer de auto van de zaak voor het verrichten van (vrijwilligers-) werkzaamheden voor een algemeen nut beogende instelling (bijvoorbeeld kerkelijke of charitatieve instelling), dan kan hij € 0,19 per kilometer als gift aan de betreffende instelling aanmerken. Dit kan alleen als hij heeft afgezien van een vergoeding door die instelling terwijl declaratie wel mogelijk was. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen en het totaalbedrag aan giften kan op deze manier een bedrag ten laste van zijn inkomen worden gebracht.
11. Krijg ik bijtelling voor gebruik van een deelauto?
De VNA, de vereniging van Nederlandse autoleasemaatschappijen, heeft afspraken met de belastingdienst gemaakt over de bijtelling bij flexibele leaseproducten. Naast een regeling voor tijdelijk vervangende leasevoertuigen heeft de VNA met de belastingdienst afspraken gemaakt over privégebruik van deelauto’s.
Bij de deelauto moet gedacht worden aan een leaseauto die naast het zakelijke gebruik ook door verschillende werknemers tegen vergoeding gebruikt mag worden voor privéritten. Administratief zou het heel bewerkelijk zijn als in die gevallen een tijdsevenredige fiscale bijtelling voor privégebruik berekend zou moeten worden. Die bijtelling kan dan ook achterwege gelaten worden als voldaan wordt aan de afspraken uit de zg. Brancheregeling Privégebruik Deelauto.
Kern van die regeling is dat de gebruiker van de auto een zakelijke, marktconforme huurprijs betaalt. De werkgever treedt dan op als verhuurder en stelt de auto in dat geval niet ter beschikking in de zin van bijtellingswetgeving.
Aantonen gebruik deelauto
Het gebruik van de deelauto moet door de werkgever aangetoond kunnen worden, op zo’n manier dat inzichtelijk is in welke perioden de deelauto is gebruikt en hoeveel kilometers per rit zijn gereden. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van een ritregistratiesysteem dat voorzien is van een certificaat van de Stichting Keurmerk Ritregistratiesystemen. Van de privé gereden kilometers dient een administratie bijgehouden te worden waaruit blijkt door welke werknemers in welke perioden de auto is gebruikt en dat aan deze werknemers een marktconform huurtarief in rekening gebracht is.
12. Moet een autoverkoper voor de bijtelling exact bijhouden in welke auto’s hij heeft gereden?
Medewerkers van autodealerbedrijven rijden vaak in demoauto’s. Daardoor wisselen zij regelmatig van auto. Ook medewerkers van merkonafhankelijke autobedrijven met een auto van de zaak zullen in de praktijk regelmatig wisselen van auto. Om het bedrag van de bijtelling te kunnen berekenen, is een praktische regeling getroffen. Lees hier meer over deze regeling.
13. Pilot variabele bijtelling
De capaciteit van het Nederlandse wegennet en openbaar vervoer is onvoldoende om de stijgende vraag naar mobiliteit op te vangen. Om te voorkomen dat Nederland in de komende jaren vastloopt, moet de mobiliteit anders worden ingericht. De Mobiliteitsalliantie doet hiervoor concrete voorstellen, waarbij de reiziger en het vervoer van goederen centraal staan. Deze voorstellen staan uitgewerkt in het Deltaplan 2030. Onderdeel van het Deltaplan 2030 is het onderzoeken van een variabele bijtelling. Lees hier meer over de pilot variabele bijtelling.