Ongelukken kosten ons 27 miljard
Het SWOV, het nationaal wetenschappelijk instituut voor verkeersveiligheidsonderzoek, heeft onderzoek gedaan naar de kosten van verkeersongevallen. Wat blijkt? De meeste kosten gaan niet naar materiële schade (de wagens zelf), maar naar immateriële schade.
Er is niets zo vervelend als in een ongeluk terecht komen. Het is in eerste instantie flink schrikken, maar je kunt er fysiek en mentaal best lang last van houden. Of nog erger, het kan het einde van een leven betekenen.
Wat is er dan zo duur?
Bij een heftig ongeluk komt er heel veel kijken. Denk daarbij aan berging, medische noodhulp, opsporings- en vervolgingskosten, filekosten en natuurlijk de schade aan de auto’s in kwestie. De grootste kostenpost is echter voor immateriële schade. Het is namelijk zo dat zo dat er bij elke verkeersdode gemiddeld vier directe nabestaanden betrokken zijn. Die vier nabestaanden hebben ook weer vier personen om zich heen die zich om hen moeten bekommeren. En op die manier lopen de kosten dus erg op.
Fonds Slachtofferhulp is van mening dat het tijd is om iets te veranderen. Ze zouden graag zien dat er wordt ingegrepen door de overheid en dat ze zich gaan richten op veroorzakers van deze ongevallen. Na het uitzitten van de straf mogen de bestuurders namelijk gewoon weer de weg op. En daar is het fonds het niet mee eens. En de 27 miljard euro die het nu in 2020 heeft gekost, had stukken beter geïnvesteerd kunnen worden.
Blackbox geeft inzicht rijgedrag
Door gebruik te maken van een blackbox wordt rijgedrag inzichtelijk gemaakt. Denk daarbij aan de snelheid die het voertuig rijdt, de route die er is genomen, maar ook snel optrekken, hard remmen of te hard door bochten gaan. En het is voor een wagenparkbeheerder of eigenaar van een bedrijf natuurlijk heel interessant om te zien hoe er met auto’s van de zaak wordt omgegaan.
Bron: Autoblog.nl