Gratis parkeren bij de zaak tijdens vakantie? Vergeet het maar!
Parkeren bij de zaak niet altijd belastingvrij
Zoals je misschien weet, is alles wat je als werknemer van je werkgever ontvangt belast, tenzij de wet anders bepaalt. Wanneer je een auto van de zaak hebt, kan jouw werkgever de parkeerkosten onbelast vergoeden. Heb je echter géén auto van de zaak, dan ligt het anders. Tot voor kort was parkeren bij de zaak redelijk eenvoudig geregeld, maar sinds kort heeft de Belastingdienst het beleid aangescherpt.
Parkeer jij bij de zaak met je eigen auto, of laat jij als werkgever werknemers op jouw terrein parkeren? Dan is het verstandig om even verder te lezen.
Hoe werkte parkeren bij de zaak eerst?
Tot voor kort waren er drie situaties rondom parkeren bij de zaak:
- De werknemer met een auto van de zaak: parkeren bij de zaak is belastingvrij, omdat dit al in de bijtelling zit.
- De werknemer met een eigen auto: parkeren bij de zaak mag belastingvrij als het om een parkeerplaats van de werkgever zelf gaat (waarvoor de werkgever ook aansprakelijk is).
- De werknemer met een eigen auto: parkeren bij de zaak is belast als het niet om een parkeerplaats van de werkgever zelf gaat (zoals een openbare parkeergarage naast het kantoor).
In situatie 2 was er sprake van een zogenoemde gerichte vrijstelling, waardoor de werkgever geen belasting hoefde te betalen over het voordeel van gratis parkeren bij de zaak.
Nieuw standpunt Belastingdienst: vakantieparkeren is belast
De wet zelf is niet veranderd, maar de Belastingdienst legt de regels sinds oktober 2025 strenger uit. De Kennisgroep Loonheffingen publiceerde het standpunt “Parkeren tijdens vakantie” (KG:204:2025:18).
Hierin staat dat parkeren bij de zaak tijdens vakantie niet langer belastingvrij mag. Dit zogenoemde “vakantieparkeren” wordt gezien als privégebruik en valt daarom buiten de gerichte vrijstelling.
Wie wordt geraakt door deze wijziging?
Zowel werkgevers als werknemers in situatie 2 (met een eigen auto) kunnen last krijgen van dit nieuwe standpunt. Alleen wanneer de auto tijdens de vakantie bij de werkgever geparkeerd staat, is er sprake van een belastingvoordeel dat nu wordt belast.
Overgangsregeling tot eind 2025
Werkgevers die de oude regeling al vóór 9 oktober 2025 toepasten, mogen dit nog doen tot het einde van 2025. Vanaf 1 januari 2026 geldt het nieuwe beleid volledig, en is belastingvrij parkeren bij het kantoor tijdens vakantie niet meer toegestaan.
Wat kun je als werkgever doen?
Controleer of je werknemers gebruikmaken van vakantieparkeren en pas je beleid aan vóór 2026. Zo voorkom je naheffingen of onnodige administratieve rompslomp.
Daarnaast is het verstandig om je rittenregistratie op orde te hebben, zeker als je werkt met auto’s van de zaak. Een sluitende rittenregistratie kan helpen bij het aantonen van zakelijk versus privégebruik – iets wat ook bij parkeren bij de zaak relevant kan zijn.
Tip
Heb je een auto van de zaak (situatie 1) of parkeer je op een openbare plek (situatie 3)? Dan verandert er niets. Alleen werknemers met een eigen auto die bij de werkgever parkeren tijdens vakantie, moeten rekening houden met deze wijziging.
Bron: Autoenfiscus
