
Lagere bijtelling elektrische auto blijft langer van kracht
De geplande verhoging van de fiscale bijtelling voor elektrische auto’s gaat voorlopig niet door. Dat betekent dat de lagere bijtelling elektrische auto langer behouden blijft dan eerder aangekondigd. Voor zakelijke rijders die hun auto ook privé gebruiken, biedt dit meer financiële duidelijkheid richting 2026 en daarna.
Wat was het oorspronkelijke plan?
Het voornemen was om per 1 januari 2026 de bijtelling voor elektrische auto’s gelijk te trekken met die van brandstofauto’s. Dat zou betekenen dat zakelijke rijders voortaan 22 procent bijtelling zouden betalen over de volledige cataloguswaarde van hun elektrische auto.
Op dit moment geldt nog een lager tarief: over de eerste 30.000 euro van de cataloguswaarde betaal je 17 procent bijtelling, en over het meerdere 22 procent. Door het aangenomen Kamervoorstel blijft de lagere bijtelling elektrische auto voorlopig bestaan.
Nieuwe bijtellingspercentages voor elektrische auto’s
Bijtelling in 2026 en 2027
De aangepaste regeling ziet er als volgt uit:
- In 2026 betaal je 18 procent bijtelling over de eerste 30.000 euro van de cataloguswaarde
- Over het bedrag daarboven geldt 22 procent
- In 2027 stijgt het lagere tarief naar 20 procent over de eerste 30.000 euro
Pas vanaf 2028 wordt de bijtelling voor elektrische auto’s volledig gelijkgetrokken naar 22 procent. Daarmee blijft de lagere bijtelling elektrische auto nog enkele jaren een stimulans voor zakelijk elektrisch rijden.
Versobering van de youngtimerregeling
Hogere leeftijdsgrens voor youngtimers
Hoewel EV-rijders worden ontzien, wordt de youngtimerregeling aangescherpt. Waar een auto nu vanaf vijftien jaar als youngtimer geldt, wordt deze grens verhoogd. Vanaf 2026 geldt een minimumleeftijd van zestien jaar en vanaf 2027 zelfs vijfentwintig jaar.
Voor zakelijke rijders betekent dit dat het voordeel van 35 procent bijtelling over de dagwaarde steeds lastiger bereikbaar wordt. Een nauwkeurige rittenregistratie blijft daarbij essentieel om fiscale discussies te voorkomen.
Extra belasting voor werkgevers met brandstofauto’s
Pseudo-eindheffing vanaf 2027
Vanaf 1 januari 2027 krijgen werkgevers te maken met een nieuwe pseudo-eindheffing wanneer zij werknemers een brandstofauto ter beschikking stellen die ook privé wordt gebruikt. Deze heffing bedraagt 12 procent van de cataloguswaarde voor auto’s tot 25 jaar oud.
Voor oudere voertuigen wordt gerekend met de dagwaarde. De maatregel geldt ook wanneer woon-werkverkeer wordt gereden en raakt in sommige gevallen zelfs werknemers die onder de 500 kilometer privégebruik blijven. Een sluitende rittenregistratie is daardoor belangrijker dan ooit.
Overgangsregeling en uitzonderingen
Voor leaseauto’s met verbrandingsmotor die vóór 1 januari 2027 zijn verstrekt, geldt een overgangsregeling tot 1 juli 2030. Zzp’ers vallen buiten deze maatregel, omdat zij geen werknemers zijn.
Kritiek vanuit de sector
Brancheorganisatie Bovag heeft kritisch gereageerd op de pseudo-eindheffing. Volgens de organisatie leidt de maatregel tot extra administratieve lasten met een beperkt klimaateffect. Ook waarschuwt Bovag dat zakelijke rijders mogelijk overstappen op privéauto’s, wat de vernieuwing van het wagenpark kan vertragen.















